Veilig Sportklimaat
Sport zou voor iedereen prettig, plezierig en veilig moeten zijn. Daarom wordt werk gemaakt van een sociaal veilige sport, waar geen ruimte is voor grensoverschrijdend gedrag. Een goede basis in de vorm van de 4 v’s helpt daarbij. Verenigingen die voldoen aan de 4 v's voor veiligheid creëren een goed fundament voor een veilige sportomgeving. Dat is belangrijk, want hiermee wordt met elkaar gebouwd aan een veilige sport en een fijne sportplek voor iedereen. Sport-ID onderschrijft het belang van preventie en roept elke vereniging op de 4 v’s voor veiligheid uit te rollen.
Voor welk gedrag staat de sportvereniging? Wat mag wel langs de lijn, in de kleedkamer, kantine en online? En wat mag vooral niet? Een gedragscode geeft hier richting aan en is dus een belangrijk onderdeel van het beleid van de sportvereniging rondom gewenst en ongewenst gedrag. Om ervoor te zorgen dat leden, vrijwilligers en anderen op de sportvereniging weten waar de sportvereniging voor staat, is het belangrijk om de gedragscodes helder en goed te communiceren. Zo weet iedereen wat het gewenste gedrag is, maar neemt de sportvereniging óók twijfel weg wanneer iemand ongewenst gedrag bespreekbaar wil maken.
Verenigingsbrede gedragscode - Laat zien waar je voor staat!
Als sportvereniging wil je duidelijke regels hebben over wat gewenst gedrag is in de omgang met elkaar. Het kan lastig zijn om een start te maken met de regels en helder te krijgen welke regels je precies op papier wilt zetten.
Gedragscode en gedragsregels
De gedragscode van de sportvereniging is altijd overgenomen van de gedragscode van de sportbond. De sportbond is verplicht een gedragscode te hebben en deze ook beschikbaar te stellen. Als aanvulling hierop kan de sportvereniging eigen gedragsregels toevoegen. Een schaakclub is immers niet te vergelijken met een judoclub. Wellicht heeft je sportvereniging ook al specifieke regels vastgesteld in de AV – zoals regels over gedrag langs de lijn, telefoongebruik in de kleedkamers of direct contact tussen trainer-coaches en sporters buiten de training.
Kortom: gedragsregels zijn een aanvulling op de verplichte gedragscode. Het is belangrijk dat deze goed vindbaar en zichtbaar zijn bij de sportvereniging. Dan is het voor iedereen die verbonden is aan de sportvereniging helder welk gedrag acceptabel is en waar de sportvereniging voor staat.
Aan de slag
Hoe meer je mensen betrekt; hoe meer draagvlak je creëert. Daarom raden we aan om samen met de leden van je sportvereniging, het bestuur en andere betrokkenen aan de slag te gaan met de gedragscode en -regels.
Hoe begin je dit gesprek? Daar zijn voorbeelden van die we hier vermelden.
De gedragscode vormt een richtlijn voor de omgang tussen sporters en begeleiders. Hiermee worden afspraken over hoe mensen in de sportvereniging met elkaar om zouden moeten gaan, geformaliseerd. Het communiceren over de gedragscode laat zien dat een sportvereniging werk maakt van het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag. Dat kan preventief werken. Daarbij is het belangrijk dat iedereen die betrokken is bij de sportvereniging op de hoogte is van deze gedragsregels en daardoor het gesprek met elkaar kan voeren. Het bestuur speelt hier een belangrijke rol in door de gedragscode proactief met leden, begeleiders en andere vrijwilligers te delen.
Ook kan het bestuur een onderwerping aan de gedragscode onderdeel maken van het lidmaatschap of vrijwilligerscontract. Het is hoe dan ook belangrijk om te vragen de gedragscodes te lezen en mogelijk zelfs te ondertekenen. Ook kun je de vrijwilligers op de sportvereniging vragen om een vrijwillige onderwerping aan het tuchtrecht te laten tekenen (V.O.T.).
Bekijk en gebruik de gedragscodes van NOC*NSF via de kennisbank.
Een vertrouwenscontactpersoon zorgt ervoor dat iedereen op de sportvereniging met vragen, zorgen of mogelijke meldingen weet bij wie ze moeten zijn en wat de mogelijke vervolgstappen zouden kunnen zijn. Een vertrouwenscontactpersoon kan bijvoorbeeld helpen bij incidenten die gaan over grensoverschrijdend gedrag, zoals pesten, intimidatie, agressie en discriminatie. Ook helpt een vertrouwenscontactpersoon de sportvereniging bij preventie van grensoverschrijdend gedrag en de implementatie van bijvoorbeeld de gedragscode. Een onmisbare schakel dus voor het opvolgen én voorkomen van grensoverschrijdend gedrag.
Vertrouwenscontactpersoon op de club - een aanspreekpunt voor iedereen
Een vertrouwenscontactpersoon biedt een laagdrempelige manier om grensoverschrijdend gedrag te bespreken. De vertrouwenscontactpersoon is bereikbaar voor iedereen op de sportvereniging, biedt een luisterend oor, denkt mee en kan melders uitleggen wat eventuele vervolgstappen kunnen zijn. De vertrouwenscontactpersoon voert een vertrouwelijk gesprek. Deze rol garandeert geen geheimhouding.
Let op: de vertrouwenscontactpersoon is géén hulpverlener en de functie kan niet gecombineerd worden met een bestuurs/kaderfunctie in de sportvereniging.
De vertrouwenscontactpersoon helpt het bestuur ook mee op gebied van preventie. Hierdoor heeft deze persoon een belangrijke rol in het sociaal veilig maken van de sportvereniging: door te signaleren én door te acteren.
Handige linkjes
Werkwijze en functieprofiel van de vertrouwenscontactpersoon
Wat doet een vertrouwenscontactpersoon?
Het vinden van goede vrijwilligers is een uitdaging voor de meeste sportverenigingen in Nederland, dit geldt ook voor het vinden van een goede vertrouwenscontactpersoon.
Samenwerkingen aangaan
NOC*NSF raadt (kleinere) clubs aan om de samenwerking op te zoeken bij het aanstellen van vertrouwenscontactpersonen. Wellicht heeft een sportvereniging in de directe omgeving al iemand aangesteld, en zou deze persoon dezelfde rol ook voor jouw sportvereniging kunnen vervullen. Kijk daarom altijd in jouw omgeving of er al sportverenigingen zijn met een vertrouwenscontactpersoon.
Tips voor het aanstellen van een vertrouwenscontactpersoon
Een vertrouwenscontactpersoon is over het algemeen een vrijwilliger. Ideaal zou zijn om een man én een vrouw aan te stellen in deze rol. Geef de vertrouwenscontactpersoon altijd een duidelijke rol en zorg dat iedereen binnen de sportvereniging weet dat hij/zij het aanspreekpunt is voor signalen en preventie. Geef de vertrouwenscontactpersoon de ruimte om zichzelf actief bekend te maken bij alle leden. Zorg sowieso dat de naam en contactgegevens duidelijk vindbaar zijn voor iedereen. Stel een bestuurder aan die signalen en incidenten - binnen de gestelde kaders van de gedragsregels en sporttuchtrecht - snel en netjes oppakt. Zo kan het bestuur daar waar nodig optreden en maatregelen nemen en zich blijvend inzetten voor preventie.
De rol van vertrouwenscontactpersoon vraagt om gespreksvaardigheden, een integere houding en kennis van de sportnetwerken. Daarom biedt Sport-ID i.s.m. NOC*NSF de opleiding tot vertrouwenscontactpersoon aan. De opleiding duurt twee dagdelen. Na afloop van de opleiding krijg je een deelnamecertificaat en word je geregistreerd in een landelijk VCP-netwerk.
Tijdens de opleiding wordt er aandacht besteed aan de positie die een vertrouwenscontactpersoon in de sportvereniging inneemt bij grensoverschrijdend gedrag. Hoe vang je iemand op die iets komt melden of vragen? Waar kan een beschuldigde terecht? Hoe kan het bestuur ondersteund worden wanneer er een melding is? Ook het ontwikkelen van preventiebeleid komt uitvoerig aan bod. Je oefent verder gesprekstechnieken en bespreekt samen met de trainer verschillende casussen.
Terugkomdag voor vertrouwenscontactpersonen
Nadat je de opleiding hebt gevolgd is het belangrijk om regelmatig een bijscholing te volgen. Niet alleen om je kennis up to date te houden, kennis en ervaring uit te wisselen met andere vertrouwenscontactpersonen, maar ook om je te informeren over nieuwe ontwikkelingen.
Jaarlijks organiseert Sport-ID een terugkomdag voor vertrouwenscontactpersonen.
Wanneer je de opleiding tot vertrouwenscontactpersoon hebt gevolgd is het belangrijk dat je jezelf weet te positioneren als aanspreekpunt van de sportvereniging. Leden en betrokkenen van de sportvereniging moeten je weten te vinden - via bijvoorbeeld de website, een telefoonnummer of misschien zelfs een inloopuurtje. Besteed hier daarom, na je aanstelling, voldoende tijd en aandacht aan.
Om je hierbij te helpen heeft NOC*NSF een document opgesteld met communicatietips voor de vertrouwenscontactpersoon. Ook kan je met hulpvragen altijd terecht bij het Centrum Veilige Sport Nederland.
Sportverenigingen kunnen een gratis Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aanvragen voor clubvrijwilligers die werken met kwetsbare groepen via de regeling gratis VOG. Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat iemand geen strafblad heeft of dat het strafblad geen bezwaar vormt voor het uitvoeren van een bepaalde taak of functie. Door als sportvereniging gebruik te maken van deze regeling voorkom je mogelijk risico voor sporters en andere betrokkenen van de sportvereniging. De regeling gratis VOG is een belangrijk onderdeel van een sociaal veilig beleid in de sportvereniging.
Verklaring omtrent het gedrag van vrijwilligers - voorkom onnodig risico
Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een verklaring van het ministerie van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt dat het gedrag uit het verleden van een persoon geen bezwaar oplevert voor het gevraagde doel, bijvoorbeeld het verkrijgen van een nieuwe baan of het werken met minderjarigen/kwetsbare doelgroepen bij een sportvereniging. Een Verklaring Omtrent het Gedrag staat ook wel bekend als bewijs van goed gedrag. Een VOG is alleen gekoppeld aan een strafrechtelijke veroordeling. Voor meer informatie klik hier. Een tuchtrechtelijke veroordeling heeft dus geen invloed op het verkrijgen van een VOG.
Waarom is een VOG belangrijk?
Het is belangrijk dat iedereen, en met name minderjarigen/kwetsbare groepen, in een veilige omgeving kunnen sporten. Sportverenigingen en sportbonden hebben de plicht om maatregelen te nemen die grensoverschrijdend gedrag kunnen voorkomen. Het verplicht stellen van een VOG geeft meer zekerheid over het verleden van bijvoorbeeld (nieuwe) trainer-coaches, leiders of verzorgers. En het vermindert de kans dat personen, die eerder in de fout zijn gegaan met kinderen/kwetsbare personen, een functie bij de sportvereniging kunnen uitoefenen.
Hoe lang is een VOG geldig?
Het aanvragen van een VOG is een momentopname, dit zegt niets over de toekomst van iemand. Daarom is het als organisatie raadzaam om elke drie jaar opnieuw een VOG voor iemand aan te vragen. Mocht er in de tussentijd iets zijn voorgevallen, dan komt dat aan het licht. Ook is het aan te raden om de VOG opnieuw aan te vragen wanneer iemand langere tijd geen werkzaamheden voor de organisatie verricht heeft. Wanneer een VOG gevraagd wordt voor de meeste veroordelingen vier jaar teruggekeken. Voor de ernstige veroordelingen en zedenzaken wordt levenslang teruggekeken.
Wat een VOG betekent voor de sportvereniging? Daar heeft de overheid een handige voorlichting voor gemaakt: Wat de VOG. Lees hier meer.
Hoe maakt een sportvereniging gebruik van de Regeling Gratis VOG?
Het aanvragen van een gratis VOG is simpel. Maar voordat een sportvereniging zich aanmeldt voor de Regeling Gratis VOG moet zij voldoen aan de voorwaarden.
Hierna doorloop je als sportvereniging de volgende vijf stappen:
- Meld de sportvereniging aan via het aanmeldformulier op gratisvog.nl. In geval van goedkeuring kun je stap 2 t/m 5 zetten. Bij een afwijzing van het CIBG kan je sportvereniging hulp inschakelen van NOC*NSF.
- Vraag e-Herkenning aan. Een e-Herkenning is te vergelijken met een DigiD, maar dan voor organisaties.
- Zet de VOG klaar voor de (beoogde) vrijwilligers. Via deze link zet je de aanvraag in gang. Let op: vink in stap 2.4 van de aanvraag het juiste screeningsprofiel aan. Voor VOG’s van begeleiders of vrijwilligers in de sport is het vooral noodzakelijk om risicogebied 8 (Personen) aan te vinken, gevolgd door nummer 84 (Belast met de zorg voor minderjarigen) en 85 (Belast met de zorg voor (hulpbehoevende) personen.
- Laat de vrijwilliger(s) de aanvraag afmaken. Degene die gescreend moet worden, krijgt een link om de rest van de gegevens in te vullen, logt in met DigiD en geeft akkoord.
- Laat de vrijwilliger(s) de VOG tonen.
Wanneer komt een vrijwilliger in aanmerking voor de gratis VOG-regeling?
Om in aanmerking te komen voor de gratis VOG, dient een vrijwilliger aan de criteria te voldoen (komt in contact met jeugd/kwetsbare groepen). Dit betreft zowel vrijwilligers die een functie vervullen bij een sportvereniging, als vrijwilligers die rechtstreeks voor een bond werken (bondsvrijwilligers). Andere functionarissen in de sport (bijvoorbeeld personen die meer betaald krijgen dan alleen een vrijwilligersvergoeding) komen niet in aanmerking voor een gratis VOG.
Welke organisaties kunnen deelnemen aan de regeling gratis VOG-regeling?
Wanneer de organisatie een sportorganisatie is die geen winstoogmerk heeft en waarbij het werk uitgevoerd wordt door vrijwilligers en voldaan is aan bovenstaande criteria, kan deelgenomen worden aan de regeling gratis VOG.
Ondersteuning via de expertpoule
Er is een poule van experts beschikbaar bij Centrum Veilige Sport Nederland die met jou als bestuurder en met de sportvereniging kunnen meekijken hoe jullie de VOG-regeling goed en duurzaam kunnen invoeren. De experts hebben 10 uur per sportvereniging beschikbaar om ondersteuning te verlenen. Meer informatie? Neem contact op met je verenigingsadviseur.
Handige linkjes
Download de voorbeeldbrief VOG aanvraag voor vrijwilligers van NOC*NSF.
Lees hier de meest gestelde vragen over de VOG regeling.
Hoe kan jouw sportvereniging een VOG aanvragen?
Vanuit de VOG-aanvragen die in de sport worden gedaan kan het voorkomen dat iemand géén VOG krijgt afgegeven door de screeningsautoriteit Justis. Als bestuur is het dan ook belangrijk alert te zijn op de VOG die aan jou wordt getoond. Bijvoorbeeld: bevat de VOG de juiste codes en is het document geldig?
Justis geeft alleen een VOG af als blijkt dat de aanvrager géén strafbare feiten op diens naam heeft staan ten aanzien van het doel waarvoor de VOG is aangevraagd óf als de betrokkene niet in politieonderzoeken wordt genoemd. Als er sprake is van strafbare feiten of als iemand 'gevlagd staat', dan beoordeelt Justis aan de hand van een screeningsprofiel of deze strafbare feiten een belemmering (kunnen) vormen voor de afgifte van de VOG in de specifieke context waarin hij wordt aangevraagd.
Zo zal een aanvraag voor een beoogd penningmeester afgewezen worden als deze voorheen fraude heeft gepleegd. Maar een vrijwilliger, waarvan het de bedoeling is dat die trainingen zal gaan geven, wordt daar niet op afgewezen. Die wordt alleen afgewezen op zaken uit het verleden die de veiligheid in gevaar kunnen brengen voor de mensen waar hij/zij mee omgaat tijdens het trainen. Denk aan geweldpleging of seksueel misbruik. Als het om een strafbaar feit van lang geleden of betrokkenheid in politieonderzoeken gaat, dan kan Justis besluiten de VOG wel af te geven, maar als het korter geleden is, of als het om een ernstig vergrijp gaat, dan wordt de VOG niet afgegeven. De risicoanalyse door Justis kan dus bepalend zijn voor het wel of niet inzetten van de vrijwilliger.
Wat als een VOG wordt geweigerd?
Wij raden af om deze persoon als vrijwilliger aan te nemen, omdat:
- er een verhoogd risico voor de sportvereniging aanwezig is;
- er op deze wijze sprake is van een consistent beleid;
- je aan de leden een signaal afgeeft waaruit blijkt dat de sportvereniging streeft naar een veilig sportklimaat voor iedereen;
- het weren van bepaalde personen uit de gehele sport een preventieve werking heeft. Dat is in het belang van zowel de sport als de maatschappij.
Aanvraag geweigerd bij vrijwilliger die zich al een tijdje voor de club inzet?
Als blijkt dat een reeds betrokken vrijwilliger geen VOG kan overleggen, nadat Justis de risicoanalyse heeft gemaakt, dan is dat voldoende reden om afscheid van deze vrijwilliger te nemen. Mocht je de mogelijkheden willen bekijken om deze persoon op een andere functie in te zetten, dan adviseren we om daarvoor weer een nieuwe VOG te laten aanvragen. Maar bedenk dat er dan wel een verhoogd risico voor de sportvereniging aanwezig is.
Trainer-coaches hebben een belangrijke rol bij het herkennen en voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Zij kunnen positief gedrag stimuleren en negatief gedrag voorkomen of bespreken. Het is belangrijk dat trainer-coaches (met in het bijzonder de trainer-coaches die werken met kwetsbare groepen) weten hoe zij invulling aan deze rol kunnen geven. Dat kan met een cursus, opleiding of e-learning waarin aandacht is voor pedagogiek en integriteit. Als sportvereniging kan je er zorg over dragen dat trainer-coaches over deze kennis beschikken door hen aan te moedigen een cursus of opleiding te volgen. Dat helpt niet alleen mee aan een sociaal veilige sportomgeving voor je leden, maar zorgt óók voor meer sportplezier en leukere trainingen.
Vakkundige trainers/coaches - met oog voor pedagogiek en integriteit
Trainer-coaches spelen een belangrijke rol bij het creëren van een sociaal veilige sportomgeving. De trainer-coach heeft veel contact met de sporters. Daarom is het belangrijk dat trainer-coaches een scholing volgen met oog voor pedagogiek en integriteit.
Een vakkundige trainer-coach:
- begrijpt hoe zij de gedragscode kan uitdragen en het juiste voorbeeldgedrag kunnen laten zien;
- weet grensoverschrijdend gedrag te herkennen, melden en eventueel te voorkomen;
- kan ingrijpen of schakelt de juiste hulp in op het moment dat er een conflict is binnen het team. Of wanneer er bijvoorbeeld een sporter wordt buitengesloten of gepest;
- kan trainingen beter laten aansluiten bij de motivatie, behoefte en belevingswereld van de sporter, waardoor de sporter en het team meer plezier beleven;
- kan voor, tijdens en na wedstrijden op een positieve manier communiceren met sporters, de wedstrijdleiding en toeschouwers, zodat er een veilige sportomgeving ontstaat.
Welke opleiding voldoet?
Sportbonden die zijn aangesloten bij NOC*NSF dienen sinds heden pedagogiek en integriteit een vast onderdeel te maken van het opleidingsaanbod. We raden daarom altijd aan om bij de bond te informeren welke scholingen zij aanbieden voor trainer-coaches en of pedagogiek en integriteit hier een onderdeel van zijn.
Online scholing: Een beetje opvoeder
NOC*NSF heeft de online scholing Een Beetje Opvoeder ontwikkeld voor beginnende trainer-coaches. Een Beetje Opvoeder wordt gezien als het minimale niveau van pedagogiek en integriteit waar een trainer-coach over zou moeten beschikken om een sociaal veilige sportomgeving te waarborgen. Mocht het opleidingsaanbod van de sportbond of andere (voor)opleidingen van de trainer-coaches bij jou op de sportvereniging niet voldoen, kan je altijd terugverwijzen naar deze scholing.
Vooropleidingen en bondsopleidingen
Een meer ervaren trainer-coach beschikt mogelijk al over het benodigde kennisniveau van pedagogiek. Misschien wel doordat de trainer-coach werkzaam is op een school, als jeugdwerker of als psycholoog. Maar het kan ook zo zijn dat de trainer-coach een andere scholing heeft gevolgd via de sportvereniging, bond of gemeente, waar pedagogiek aan de orde kwam. Bij twijfel of de scholing voldoende is, kan een trainer-coach of bestuurder altijd terecht bij de sportbond om deze checkvraag te doen.
Heb je een andere vraag of wil je meer weten over het onderwerp en welke ondersteuning er mogelijk is? Neem dan contact op met de verenigingsadviseur.
Woensdag 12 maart was de informatieavond Sociale Veiligheid op de club. Klik hier voor de presentatie van Erik Beuker, projectleider Sociale Veiligheid Sport.
Neem contact op